

De wijnbouwtraditie van Zuid-Afrika vindt haar oorsprong in het jaar 1652, toen de eerste Europeanen voet op Zuid-Afrikaanse bodem zetten. Nu bedraagt het totale areaal ruim 118.000 hectare en groeit nog steeds. Sinds het einde van de apartheid bloeit de Zuid-Afrikaanse wijnbouw en wijnen uit Stellenbosch en Paarl waren nog nooit zo populair. Met deze ontwikkeling groeit ook het areaal van de blauwe-druivensoorten cabernet sauvignon, merlot, shiraz en pinotage, maar ook witte-druivensoorten als chardonnay en sauvignon blanc doen hun intocht in de wijngaarden aan de Kaap. Vooral in de koelere, aan de kust grenzende regio's worden de wijnen in tanks of in houten vaten opgevoed.
Er heerst in de Kaap een typisch zeeklimaat. De meeste regen valt tussen mei en augustus. Tijdens de daarop volgende droge maanden moeten de vele wijnstokken worden geïrrigeerd. Gedurende de warme zomer met zijn vele zonuren waait er een zuidoostelijke bries van af zee, die verkoeling geeft aan de wijnranken. Dit samen met frisse nachten vormt een ideale combiantie voor goede wijnbouw.
De wijnwet is in 1993 gewijzigd; vanaf dat moment hebben de geïmporteerde Zuid-Afrikaanse wijnen die in Zuid-Afrika gebotteld een certificaatszegel op de halscapsule van de fles. Dit zegel draagt een nummercode, waarmee na een officiële analyse een organoleptische beoordeling van de wijn bevestigd wordt, wat er op het etiket staat. Bijvoorbeeld: druivenras, oogstjaar, en het district waar de wijn vandaan komt.