Bij het maken van wijn hebben we meestal zo’n mooi romantisch beeld van houten vaten. Maar bij witte wijn is dat in veel gevallen niet de werkelijkheid, omdat witte wijn vaak in roestvrijstalen tanks wordt vergist.
Kies uw witte wijn
Hieronder ziet u twee selecties witte wijn: één houtgerijpte selectie, en één selectie frisse wijnen uit roestvrijstalen tanks. Maak uw keuze, plaats uw witte wijn bestelling en ervaar zelf het verschil!
De meeste droge witte wijnen vergisten op roestvrijstalen tanks. Een belangrijke reden hiervoor is dat in deze tanks de temperatuur goed beheerst kan worden. Het op lage temperatuur laten vergisten geeft veel geur en frisheid. Witte wijn vergist, afhankelijk van het te maken type wijn, bij een temperatuur van 14 tot 20°C. De alcoholische fermentatie duurt ongeveer twee tot vier weken.
Voor wijnen uit warme streken, die bestemd zijn om jong te worden gedronken, wordt een tweede gisting vaak overgeslagen. Deze omzetting van appelzuur naar melkzuur – de zogenoemde malolactische vergisting - kan afbreuk doen aan de aroma’s en de frisse smaak van de wijn. Door filtratie kan dit voorkomen worden. Voor wijnen met een hoog appelzuurgehalte is deze tweede gisting echter onontbeerlijk, want hij zorgt voor een milder en aangenamer zuurgehalte. Het grootste deel van de wijnen is na botteling geschikt om meteen te drinken, een klein gedeelte is gebaat bij een paar jaar geduld.
Bij het maken van fraaie witte wijnen kiest men regelmatig voor het laten vergisten van de wijn op eiken vaten. Na het persen en voorklaren gaat de most in vaten met een inhoud van 225 tot 300 liter. Hierin vindt de alcoholische vergisting plaats. Na afloop zakken de afgestorven gistcellen naar de bodem en vormen daar een gistbezinksel, dat ‘lie’ wordt genoemd. De witte wijn blijft op hetzelfde vat rijpen. Door rijping op de lie wordt de wijn vriendelijker, zachter en voller van smaak. Dat kan nog extra worden bevorderd door de lie regelmatig door de wijn te roeren. Dit wordt bâtonnage genoemd.
