Wat drinken we bij oesters?
Wijn en Champagne...
De ene oester is de andere niet. Ze zijn anders van vorm, hebben een andere afkomst en verschillen enorm in smaak. Ondanks de verschillen hebben ze ook iets gemeen: rauwe oesters smaken zilt en voelen zacht aan. Welke wijn past daarbij? Eentje die droog en fris is, licht fruitig en mineralig smaakt en niet té strak, maar een beetje rond aanvoelt in de mond.
Als je aan oesters denkt, denk je aan zee. Zo moet je ook naar wijn en champagne kijken die bij oesters passen. De druiven voor de wijnen die het best combineren met de verfijnde smaak van de oester groeien aan zee of op het land dat ooit het domein van de zee was. Chablis-, Loire- en Champagne gebieden lagen voor de jongste ijstijd onder de zeespiegel. Resten van schelpen zijn nog in de bodem terug te vinden. De fransen noemen deze wijnen daarom ook "oesterwater". Het liefst drinken we bij oesters een elegante wijn die de smaak van de oesters niet overheerst zoals een Ayala Brut Majeur Champagne of Sauvignon Blanc wijnen. Een droge witte Bordeaux, wordt vaak ingezet als er oesters in een gerecht verwerkt zijn.
Oesterfeiten
Maten: bij creuses - oesters met een holle, bolle, grillige schelp - lopen de maten van I tot IV waarbij I de grootste is. III en IV, de kleinste dus, zijn het lekkerst om zo te eten, de grotere (I en II) worden in de keuken gebruikt. Bij platte oesters - dus die met een platte schelp - wordt de grootte aangeduid met nullen en hier is zes nullen juist de grootste.
Seizoenen: het hele jaar door zijn er oesters te koop. De Zeeuwse zijn van oktober tot en met december op hun allerbest: romig en vol van smaak. In juni, juli en augustus planten ze zich voort. Dan zijn ze magerder en slapper van structuur en melkachtig van smaak. In die maanden zijn er andere oesters verkrijgbaar zoals de zomeroesters uit Frankrijk.
Platte of holle, bolle: oesters kun je verdelen in platte en holle, bolle oesters. Hun namen danken ze aan de vorm van de schelp. Platte oesters gelden als de meest verfijnde.
Platte oesters zijn bijvoorbeeld:
- Zeeuwse platte (peperig en een wat zoetig)
- Le platte (nootachtig met een metaalachtige ondertoon)
- Belon (sterke jodiumsmaak)
- Flat oyster
- Native oyster
- Gillardeau (vet en vol)
- Colchester (uit Engeland, licht ziltig en nootachtig)
Holle, bolle oesters zijn bijvoorbeeld:
- Creuse (uit Bouzignes, fruitig)
- Fine de Claire (aroma van zeelavendel, uit de Marennes)
- Pousse (aroma van zeelavendel, uit de Marennes)
- Tsarskaya (uit Cancale in Bretagne, heel delicaat)
- Zomeroester (opwekkend, erg zilt met wat jodium)
